Elke sjabloon maakt gebruik van voor-gedefinieerde stijlen waarmee je snel opmaak kunt toepassen. Zo zijn er stijlen voor de standaardtekst, titels, koppen en opsommingstekens. Deze stijlen zijn opgenomen in de galerie Snelle Stijlen, die op het Start tabblad te vinden is, en er ongeveer zo uitziet:


 

Een stijl bevat allerlei opmaakkenmerken zoals: regelafstand, lettergrootte, -type en -kleur. Ook minder voor de hand liggende zaken kunnen in een stijl zijn opgenomen, zoals een kader om de tekst heen of zelfs de locatie van de tekst op het blad. Ook wordt in de stijl opgenomen welke stijl erop moet volgen, nadat je op Enter drukt. Na een paragraafkop volgt bijvoorbeeld over het algemeen een standaardtekst. Na een titel kan bijvoorbeeld een ondertitel volgen. Zo kun je je als gebruiker maximaal concentreren op de inhoud van de tekst.


In bovenstaand voorbeeld is de stijl ‘Standaard’ geselecteerd. Om een andere stijl te selecteren, plaats je de cursor in de betreffende tekst en klik je simpelweg op de gewenste stijl in de balk. Zo kun je snel een tekst in de gewenste stijl zetten. Alle tekst tot de eerstvolgende alineamarkering (ofwel tot de eerste 'Enter') wordt opgemaakt in de nieuwe stijl.